Blog – Spoorzoeken in de Roemeense wildernis
Wildlifespotter Aukje was vier dagen onderweg in de Karpaten voor een nieuwe reis voor All for Nature Travel – Roemenië, september 2024
Ik stond te popelen om weer terug naar Roemenië te gaan. Ik was al vaker in de Zuidelijke Karpaten geweest, maar nog nooit in dit gebied, en ik had al veel gehoord over Foundation Conservation Carpathia (FCC), de NGO die ons heeft uitgenodigd om hier een kijkje te komen nemen.
Een kort onderzoekje leerde mij dat FCC in het Făgăraș-gebergte nabij Brasov, het grootste nationale park van Roemenië wil vormen. Dit doen ze door grote stukken bosgebied op te kopen en deze onder strikte bescherming te plaatsen, zodat het bos en de wildstand kan herstellen.
Bij aankomst in Boekarest word ik opgehaald door een transfer van FCC, die me in drie uurtjes naar Brasov brengt, en na een korte stop nog een uur verder naar Cobor Biodiversity Farm.
Cobor Biodiversity Farm is een oude boerderij in een klein dorp, waar ze met behulp van een moestuin, een enorm kippenren, en lokale producten uit het dorp, de heerlijkste Roemeense specialiteiten serveren. Heel fijn, zo’n lekkere lunch na een ochtend in de auto!
In de middag krijgen we een rondleiding over de boerderij, en leren ook over het fokprogramma met de schapenhonden. Op het platteland van Roemenië gebruiken ze vaak nog schapenhonden om hun vee te beschermen tegen wolven. Helaas zijn deze vaak vals, en FCC is daarom een speciaal fokprogramma gestart, zodat de lokale herders kunnen werken met wat vriendelijkere honden om de wolven op afstand te houden.
In de avond staat er iets speciaals op het programma – we wandelen onder begeleiding van onze gids Alex het dorp uit en het platteland op, omhoog naar een veld met grote eikenbomen. Deze bomen zijn honderden jaren uit, en hebben de ontbossing van de afgelopen decennia overleefd. Een enkeling is zelfs ouder dan 700 jaar! Temidden van deze oude reuzen wordt ons een feestmaal voorgeschoteld tijdens zonsondergang. Heel bijzonder!
De volgende dag vertrekken we na het ontbijt naar Rucar, waar het Beaver House is gelegen. Het is helemaal gemaakt met lokale materialen, in de vorm van een …bever. Het doet dienst als een educatiecentrum voor toeristen en scholieren, en van hieruit zie je het Făgăraș-gebergte al liggen. Naast een educatiecentrum ten behoeve van de bever, is er ook een in de maak ten behoeve van de Europese bison – een ander dier dat hier ook opnieuw geïntroduceerd is. Beide soorten zijn belangrijk voor het evenwicht en de biodiversiteit van het Făgăraș-gebergte.
We bezoeken deze ochtend ook de tree nursery van FCC. Al meer dan 1500 hectare aan lokale boomsoorten zijn in deze omgeving herplant, om de ontbossing en houtkap in hun gebieden ongedaan te maken. Omdat het een woest gebied is met weinig paden, worden alle jonge boompjes met de hand geplant. Na dit bezoek genieten we eerst van een uitgebreide lunch bij een van de lokale partners van FCC, een dame die in haar huis voor toeristen kookt. En hoe! Een zeer uitgebreide lunch met lokale specialiteiten zoals lokale kazen, worst, Zacusca (een smeersel van paprika), ingelegde groenten en de in Roemenië alom vertegenwoordigde witte kaas, tomaten en komkommer. Daarnaast mag ook de lokale sterke drank na afloop niet ontbreken, deze keer een kersenlikeur die ‘Sweet Love’ heet. Het zorgt voor veel gegrinnik aan tafel.
Bij verzamelpunt Richita laten we onze koffers in de transfer auto liggen en met enkel een rugzak vertrekken we voor onze hike naar onze volgende accommodatie: Poianas Tămaș tented camp. De twee uur hiken is prima te doen, over een onverhard pad. Mensen die wat slechter ter been zijn kunnen eventueel met de 4×4 gereden worden. We hebben geluk: de zon schijnt, het is 20 graden en onze gids Alex wijst ons op allerlei dierensporen. We zien pootafdrukken van vossen, herten en zelfs een bizon. In het Nederlands ook wisent genoemd. Alex vertelt dat de kudde bizons vaak langskomt in Poianas Tămaș tented camp, en ook nu zijn ze dus niet ver weg. We zien ze helaas niet.
Net voor zonsondergang bereiken we het kamp. Het is een grote weide, schitterend geleden met een mooi uitzicht over de bergen. Er zijn ongeveer zestien tenten neergezet, er is een centrale stenen schuur waar de keuken en eetkamer in zijn gevestigd, en houten toiletten en douches staan aan de rand van het terrein. Alex vraagt of we straks warm willen douchen. Kan dat dan? Wat een luxe! Hij laat zien hoe het werkt: in een grote ketel op een houtvuur vlakbij de douches wordt het water opgewarmd. Vervolgens schep je met een emmer het warme water eruit en leeg je deze in de emmer bovenin de douches. Door aan een knop te draaien komt dit water vervolgens de douchekop uit. Met zonsondergang sta ik dus te douchen -met warm water!- met een prachtig uitzicht op de bergen.
Kok Mikal heeft ondertussen niet stil gezeten en als we daarna fris gedoucht de eetkamer binnen lopen, brandt er een knapperend haardvuur en krijgen we een glas wijn aangereikt. Wat een verwennerij! Het eten is wederom heerlijk.
Rozig van het open vuur (en van de wijn!), rol ik die avond mijn bed in. Er staan twee stevige houten bedden in mijn tent, met een fijn matras, kussen en dekbed. Het wordt ’s nachts wel erg fris hier in de bergen, maar er ligt ook nog een extra deken aan het voeteinde, dus koud zal ik het vast niet krijgen. En dat klopt, ik slaap als een blok. In de ochtend word ik getrakteerd op een prachtige zonsopgang boven de bergen.
Na het ontbijt pakken we onze rugzak weer in en gaan we op tijd op pad, zodat we rustig naar onze volgende bestemming kunnen lopen, een wildernis hut waar je ook kunt slapen. We hebben nog geen tien minuten gelopen of Alex laat ons alweer bijzondere dierensporen zien. Ditmaal een grote verscheidenheid aan eikels, dennenappels en beukennootjes waar eekhoorns aan hebben geknaagd. Wie het kleine niet eert..
Al snel zien we ook sporen van grotere dieren, zoals bomen waar bizons aan hebben geknaagd, en klauwsporen van beren. Ook zien we berenhaar op de takken zitten en meer sporen in de modder van vos, hert, wisent en beer.
Het pad wordt smaller en steiler. Als we verder klimmen zien we ook stukken zonder bos. Het ziet er triest uit, de stukken waar alle bomen zijn gekapt. Alex legt uit dat FCC niet al het land hier in bezit heeft, en de eigenaars kunnen hun eigen deel dus wel laten kappen. Daarnaast wordt er ook veel illegaal gekapt. Naast de ontbossing is de houtkap ook funest voor de wilde dieren hier, die worden gestoord, verjaagd of gedood tijdens het kappen.
Tijdens een picknick eten we onze zelfgemaakte boterham op halverwege de dag, in het zonnetje en met nog een uurtje te gaan naar het stuwmeer. Daar zal een houten raft ons naar de overkant varen. Terwijl we wachten op de raft, zien we nog meer dierensporen in de modder aan de oevers van het meer. Wilde kat, otter en zelfs een lynx! Ongelofelijk, wat een dierenrijkdom in dit gebied.
Na een korte overtocht vervolgen we onze hike naar Bunea Wildernishut. Aan de andere kant wacht ons echter nog een verassing, want de hele oever is bezaaid met sporen van beren. Prachtige voetafdrukken, en ze lopen regelrecht het bos in.. naar het pad wat wij ook nemen om nog een laatste klimmetje te doen deze dag voordat we de hut in gaan.
Bunea Wildernishut is zeer comfortabel – de kleine woonkamer annex keuken heeft glas over de hele lengte, zodat je al het dierenleven in de weide ervoor ongezien kunt bespieden, en daarnaast heeft het twee kleine slaapkamers, een badkamer en nog een klein kamertje voor opslag en slaapplek voor de gids. Na aankomst mag je tot de volgende ochtend dan ook niet meer naar buiten: het meeste wildlife laat zich zien in de vroege avond en ochtend, en als ze mensen ruiken of zien, dan komen ze niet meer terug.
Maar het is dan ook zeker geen straf om de avond en nacht in Bunea Wildernishut door te brengen. Gids Alex trekt bij aankomst meteen een glaasje bubbels open, en maakt heerlijke hapjes voor ons klaar. Wildlife watching deluxe! Als het begint te schemeren komt er al snel een wild zwijn tevoorschijn. We bekijken hem door onze verrekijkers en de scope die op een van de slaapkamers staat. Verschillende malen zien we hem weg schieten en hopen we dat er een beer tevoorschijn komt.
In het logboek van de hut zien we dat er bijna elke dag wel een of meerdere beren worden gespot. En dit zonder dat er hier noemenswaardig bijgevoederd wordt (het zogenaamde baiting), een praktijk die je bij vele wildernishutten namelijk wél tegenkomt.
Maar helaas, het wilde zwijn schrikt van .. een ander wild zwijn. Zeker een uur doen de zwijnen zich tegoed aan de lekkere bloemen in de weide, lang nadat het donker wordt en we ze niet meer kunnen zien. Bij kaarslicht eten we ons diner, en dan duiken we vroeg onder de wol, want we hopen in de ochtendschemer wél een beer te spotten!
Na een prima nachtrust in de comfortabele bedden is het lot ons helaas toch niet gunstig gezind.. ook in de ochtend zien we geen beer. Wel laat Alex ons filmpjes zien van de voorgaande weken, waar elke dag beren gespot zijn op deze plek. Normaal gesproken zijn je kansen om wildlife te spotten, groter als je twee nachten verblijft in Bunea Wildernishut. Overdag ga je dan met de gids op pad om de omgeving te verkennen en sporen te zoeken, voordat je in de middag weer terugkeert voor nog een nachtje in de hide.
Daar hebben wij helaas geen tijd voor, dus na het ontbijt pakken we weer in en wandelen we weer terug naar het stuwmeer. Onderweg zien we de cameravallen die FCC hier heeft opgehangen om te zien wat er aan wildlife in de buurt rondloopt.
Onze wandeling brengt ons terug naar het Pecineagu meer, op de plek waar de rivier uitmondt in het meer. Het is prachtig en overal waar we lopen laat Alex ons sporen zien. En poep, heel veel poep. Berenpoep, wolvenpoep, lynxpoep..
Rond de middag arriveren we bij de Valea Vladelui Lodge, een grote berghut. De ruime kamers voor twee, drie of vier personen hebben elk een eigen houtvuur, en het is een perfecte uitvalsbasis om met een groep de omgeving te verkennen. Valea Vladelui ligt aan een rivier, en om de drie dagen in de wildernis (maar mét fijne acomodatie) af te ronden, nemen we een duik in het koude water. De perfecte afsluiter!
Ongelofelijk hoeveel wilde dieren er in het Făgăraș-gebergte leven. Dat verwacht je niet in Europa. En hoewel we er niet veel met eigen ogen gezien hebben, hebben we wel ontzetten veel sporen van ze gezien, en hun aanwezigheid gevoeld. Foundation Conservation Carpathia doet dan ook enorm goed werk om deze dieren en hun leefgebied te beschermen. Ik ben dan ook vastbesloten om hier terug te komen, te zien hoe het wildpark van FCC vordert… en die beer te spotten.
Wil je ook net als Aukje op zoek naar sporen in de Roemeense wildernis? Boek dan onze vierdaagse reis (met of zonder eigen vervoer, en met twee nachten in Bunea Wildernishut) ‘Roemenië: Beren in het Făgăraș-gebergte’.
Foto’s: Aukje van Gerven en Alex Popa
Dank aan Foundation Conservation Carpathia, Simon Collier, Alex Popa, Diana Alexe en Jan Fox.